Bij brandwonden wordt de diepte van de wond aangeduid in 1e, 2e, 3e of 4e graads brandwonden:
- Eerstegraads verbranding is eigenlijk geen wond. Er is alleen roodheid en zwelling zichtbaar. Het kan zeer pijnlijk zijn. Een bekende eerstegraads verbranding is de verbranding door de zon. Deze verbranding geneest volledig binnen enkele dagen zonder littekens.
- Tweedegraads brandwond: deze verbranding wordt onderverdeelt in:
- Oppervlakkig: de opperhuid en het bovenste gedeelte van de lederhuid is beschadigd. Het kenmerkt zich door intacte blaren, glanzende roodheid en een soepel maar pijnlijk huidoppervlak. In het onderste gedeelte van de lederhuid zijn nog veel epitheelcellen aanwezig die zorgen voor een goed en snel herstel. Deze wond hersteld binnen twee weken zonder littekens, maar de pigmentatie kan verstoord zijn.
- Diep: de opperhuid en het grootste deel van de lederhuid is beschadigd. Het kenmerkt zich door kapotte blaren, vlekkerig roze, dof en ietwat stug oppervlak. Deze verwonding veroorzaakt weinig pijn. Doordat een groot deel van de epitheelcellen zijn beschadigd, duurt de genezing langer dan drie weken en is de kans op littekenvorming groot.
- Derdegraads brandwond: de opperhuid en lederhuid zijn volledig vernietigd. Zelfs het onderhuids bindweefsel kan aangetast zijn. Het kenmerkt zich door kapot blaren, wit tot bruin dof en stug, leerachtig oppervlak. De zenuwuiteinden zijn vernietigd waardoor deze brandwond niet pijnlijk is. Alle epitheelcellen zijn vernietigd. Alleen wonden kleiner dan twee centimeter genezen vanzelf vanuit de wondranden, anders is goede wondzorg noodzakelijk. Deze wond geneest altijd met littekens.
- Vierdegraads verbranding: alle huidlagen en epitheelcellen zijn vernietigd. Ook andere structuren als pezen en spieren zijn beschadigd. Deze wonden worden behandeld door een chirurg. Deze wond geneest altijd met littekens.